Ondernemerschap etymologische betekenis
ondernemerschap Het geheel van opvattingen, overwegingen en initiatieven die leiden tot het aanbieden van producten en diensten aan de markt niet tegen een gefixeerde en eenmalige vergoeding, maar voor risico van de aanbiedende partij, waarbij men met betrekking tot het risico de bedoeling heeft winst te maken en verliezen te voorkomen of te. Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (EWN) is hét professionele etymologische naslagwerk voor de Nederlandse taal. In dit woordenboek vind je meer dan begrippen met daarbij de woordherkomst. Nu eenvoudig en direct toegankelijk.
Oorsprong woord ondernemer Een ondernemer (ook: zakenman, zakenvrouw of entrepreneur) is eenieder die economische activiteiten ontplooit met winstoogmerk, gebruikmakend van eigen (of geleend) vermogen.
Ondernemerschap etymologische betekenis Als we kijken naar de betekenis van het woord ondernemer, komen we terecht bij iemand die een bedrijf opzet of runt en daarbij vaak risicos neemt in de hoop op winst en groei. Ondernemers zijn de ruggengraat van de economie en dragen bij aan innovatie, werkgelegenheid en welvaart.
Oorsprong woord ondernemer
Oorsprong van het woord “entrepreneur” Het woord ‘entrepreneur’ heeft zijn wortels in de Franse taal, waar het letterlijk ‘ondernemer’ betekent. Het verwijst naar iemand die een zakelijke activiteit onderneemt en het initiatief neemt. Het woord ondernemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie. In onderzoek uit van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ondernemer" herkend door.Etymologie bedrijf
bedrijf \ Prononciation? \ Première personne du singulier du présent de bedrijven. Met gemak alles vinden. Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (EWN) is te doorzoeken met de beste zoekfunctie voor woordenboeken. Zo zoek je altijd breed en contextueel.Etymologie bedrijf bedrijf n (plural bedrijven, diminutive bedrijfje n) business, economic activity profession [From ] company, firm, corporation En het bedrijf bood me mijn huidige baan in Nederland aan. — And the company offered me my current job in the Netherlands. act, major unit in a theatre piece [From ].