Bijbelse betekenis levi
Wat betekent de Bijbelse naam Levi? Bekijk nu de betekenis, populariteit en waar Levi voorkomt in de Bijbel. Bekijk ook de andere Bijbelse namen voor inspiratie. The name Levi is derived from the Hebrew word "לֵוִי" (Levi), which is often interpreted to mean "joined" or "attached." This interpretation stems from the biblical narrative surrounding Levi's birth. 
Levi zoon van jakob Levi (לוי Levy of Lēwî) is in de Hebreeuwse Bijbel de derde van de twaalf zonen van Jakob. De naam van zijn moeder is Lea. Uit de zonen van Jakob komen de 12 stammen van Israël voort.
Bijbelse namen betekenis Hippe Bijbelse namen: de top 10 bekendste! Je verwacht het misschien niet, maar veel populaire babynamen hebben een Bijbelse oorsprong. Wij doken dus in de populairste meisjesnamen en jongensnamen van nu en spoorden de meest bekende Bijbelse namen met hun betekenis voor je op!.
Bijbelse betekenis levi De naam Levi heeft zijn wortels in het Hebreeuws en betekent 'verbonden' of 'aangesloten'. Het is een naam met een diepe Bijbelse achtergrond; Levi was de derde zoon van Jacob en Lea en de stamvader van de Levieten, een priesterlijke stam in het oude Israël.
Levi stam
Levieten of de stam van Levi was een van de twaalf stammen van Israë Levieten waren van de geslachtslijn van Levi, de derde zoon van Levieten werden ook de "stand der hogepriesters" genoemd omdat ze in de tijd van Mozes in de woestijn door JHWH gekozen zouden zijn, om in Gods tabernakel ("Tent der Getuigenis") en later in de tempel te werken, als hulp van de priesters (de Kohaniem). Prästers och leviters rättigheter - De levitiska prästerna, hela Levi stam, skall inte ha någon lott eller arvedel tillsammans med Israel. Av HERRENS eldsoffer och hans arvedel skall de äta. De skall inte ha någon arvedel bland sina bröder. HERREN är deras arvedel, som han har lovat dem. Och detta är vad prästerna har rätt att få av folket, av dem som offrar ett slaktoffer, vare.- Levi stam Levi stam fick städer men inget landområde. Israeliter, Israels folk och Israels barn är i Bibeln benämningar på det folk som har patriarken Jakob (Israel) som stamfar. Folket delades efter Jakobs söner upp i olika stammar – tolv eller tretton stycken beroende på definition. Tio av stammarna skingrades i samband med Assyriens erövring.